Home

Palwasha Banai is opgegroeid in het door oorlog verscheurde Afghanistan. Vlak na haar geboorte werd ze verantwoordelijk gehouden voor de dood van haar broer. Ze ontving een gebrekkige opvoeding en vrijwel geen formele scholing. Zo werd ze een buitenbeentje en een lastpak, angstig en argwanend. De oorlogssituatie, de regels van de wisselende machthebbers en het veelvuldig vluchten binnen Afghanistan en vervolgens naar Pakistan en Iran hebben haar getekend en haar veel trauma’s opgeleverd. Tijdens haar vlucht op twintigjarige leeftijd naar Nederland nam ze die trauma’s mee. Het heeft veel tijd gekost deze demonen uit haar jeugd te overwinnen. In haar boek vertelt ze hoe haar dat uiteindelijk is gelukt.

Vanuit het perspectief van een kind schrijft zij openhartig over haar tijd in Afghanistan, over de vele vele fijne, warme en goede momenten die ze daar heeft gekend, maar ook over de verschrikkelijke gevolgen van oorlog en tradities op mensen en hun onderlinge verhoudingen. Ze observeert scherp en spaart zichzelf niet. Zo is een mooi en indringend beeld ontstaan van een voor velen onbekend land. Haar ervaringen met de vele instanties en behandelaars in de Nederlandse samenleving geven een indruk van de problemen waar vluchtelingen mee te maken kunnen krijgen.